Meteen naar de inhoud
 

Vind jij spelling lastig? Heb je het vroeger op school geleerd, maar blijven de d’tjes en t’jes een dingetje?

In dit blog ga ik je geen spellingregels uitleggen. Ik ga je niets vertellen over grammatica en we gaan geen zinnen ontleden ;-). De afgelopen tijd heb ik spelfouten die ik regelmatig op social media tegenkwam verzameld. 


Twijfel je ergens over? Kijk dan even of jouw spellingvraagstuk erbij staat. Staat ‘ie er niet bij? Onderaan deze pagina staat een formulier waar jij je spellingvraag kan stellen!

Op deze pagina geef ik je dus concrete voorbeelden van de toepassing van d en t, jou en jouw, en de komende tijd zal ik deze pagina nog verder uitbreiden. 

Zet deze pagina in je favorieten en kom hier terug wanneer je twijfelt!

 

Woorden met ‘ik’ (als het om jou gaat)

Ik word morgen geopereerd

Ik vind dat

Vind ik dat?

Word ik morgen 24?

Ik bereid het eten voor

Onthoud: als het om ‘IK’ gaat is het NOOIT DT

Jij / je

Je vindt

Jij vindt

Je wordt 

Je meldt je gemakkelijk en snel aan via

Word je morgen geopereerd?

Vind jij dat het beter kan? / Vind je dat het beter kan?

Word je morgen 80?

Vind je dit mooi?

Bereid jij het eten voor?

Onthoud: als ‘je’ of ‘jij’ erachter staat komt er NOOIT een T bij, behalve als het niet gaat om ‘je/jij’ maar om ‘je moeder’ (dus iemand anders).👇

Als het niet om jij/ je gaat, maar om ‘jouw’/je (jouw moeder, je moeder)

Wordt je oma morgen 80?

Vindt je moeder dit mooi?

Je oma wordt 80

Je moeder vindt dat mooi

Zinnen met ‘het’ ‘er’ of: dingen, dieren en andere mensen:

Kun je er ‘een’, ‘het’ of ‘de’ voorzetten? Dan is het een zelfstandig naamwoord en werkt het als volgt:

Het wordt wel laat zeg

Wordt het wel mooi?

Het gras wordt gemaaid

De oma van Pieter rijdt op een motor

De kraan wordt gemaakt

De website wordt ontworpen

Deze woorden kunnen nóóit met DT geschreven worden:

Jij gedraagt je netjes (gedragen = gedraag = +t = gedraagT)

Je bezorgt die pakketjes wel snel zeg! (bezorgen = bezorg = +t = bezorgT)

Je bedient de gasten aan die tafels (bedienen = bedien = +t = bedienT)

De totale som bedraagt (bedragen = bedraag = +t = bedraagT)

Woorden met ‘U’

U wordt

U vindt

Vindt u?

Wordt u?

U meldt zich aan via

LET OP: Gebiedende wijs:

Meld u aan!

Meld je aan via

Word nu donateur!

Vind nu een coach!

Deze woorden kunnen nóóit met een T geschreven worden:

Er wordt geschilderd (schilderen = schilderDe = D op het einde)

Het wordt geregeld (regelen = regelDe = D op het einde)

U wordt voor de rechter gedaagd (dagen = daagDe = D op het einde)

Het werk wordt uitbesteed (uitbesteden = besteDe = D op het einde)

Deze woorden moeten/combinaties moeten áltijd met DT geschreven worden:

Hij/zij/oma/Jaap wordt morgen ….

Hij/zij/oma/Jaap vindt dat ….

Jou/ jouw

Is iets ‘van jou’? Dan: het is jouW kat. Het is jouW kamer.

Is die kamer van jou? Is die kat van jou?

Ja, ik zie het al: het is jouW kat.

Wat vindt jouW moeder ervan?

Doet jouw moeder dat regelmatig?

Is dat jouw strategie voor de komende tijd?

Hoe ziet jouw huis eruit?

Is dat van jou?

Is die auto van jou? Ja, het is jouw auto.

Jouw website is mooi geworden.

Is dat jouw website? 

Heb je een spelling-vraag? Stuur 'm in!

[activecampaign form=3 css=1]

Dit vind je misschien ook interessant:

[activecampaign form=3 css=1]